Bertwin Zwiers en Fred Kroezen maken tijdens de training "Teamtraject op maat" gebruik van de Negenstappendans, een model in oplossingsgericht werken. Dit model wordt op deze pagina uitgelegd.
Contact leggen
Stap 1 wordt ook wel 'socializen' genoemd. Of zoals wij het noemen “appeltaartpraat.” De cliënt op zijn gemak stellen door een praatje, grapje, belangstellende vraag e.d. Verder zal door ons in het gehele vervolg het contact tussen ons en de cliënt nauwkeurig worden geobserveerd, verstevigd en bewaakt: De cliënt bejegenen op de meest respectvolle manier die je kent. Respecteer de cliënt met zijn 'eigenaardigheden', zijn eigen inzichten en overtuigingen. Je aanpassen aan de cliënt. Taalgebruik afstemmen op de cliënt. Woorden van de cliënt gebruiken. Humor gebruiken. 'Yes-setting' creëren door truïsmen; opmerkingen, eventueel in de vraagvorm, die een "ja" uitlokken.
Erkenning geven
In de praktijk is gebleken dat erkenning geven een belangrijke stap is in het contact met de cliënt als deze vertelt over zijn probleem. Het gevaar bestaat dat de hulpverlener te snel oplossingsgericht wil werken, terwijl de cliënt nog teveel in de greep is van zijn probleem. De cliënt voelt zich dan niet serieus genomen of vindt dat zijn problemen worden gebagatelliseerd. De cliënt lijdt vaak zeer onder het probleem en wil dat in het gesprek laten merken.
De context bevragen
Vragen stellen over dit moment; het hier (gekomen) zijn. Praten over wat de klant in het dagelijks leven doet. Vragen stellen naar waar de cliënt goed in is; thuis en buitenshuis. Vragen naar belangrijke personen, interesses, hobby's. Laten merken dat je luistert. Veel aandacht geven aan de precieze woorden. Daarbij de problemen in de context waarin ze zich afspelen situeren en bevragen. In de context die de cliënt vertelt kan ruis zitten; de cliënt is getraind om probleem georiënteerd te spreken. Onze doelgerichte interacties zijn gericht op her vertalen en dit inbrengen in het klant-systeem. Ook meerdere betekenissen geven opdat schuld verminderd wordt.
Complimenten geven
De cliënt zo veel mogelijk complimenteren (binnen het referentiekader van de klant) over wat hij in het gesprek vertelt. Ook feliciteren met de keuzes die hij reeds gemaakt heeft. Op actieve manier in alles wat zich voordoet iets positiefs en bruikbaar zien. Je focus is op krachten, hulpbronnen en oplossingen. Hierdoor kun je op efficiëntere manier omgaan met de werkelijkheid. De woorden waarin we de werkelijkheid beschrijven richten zich vooral op positieve en bruikbare aspecten van de werkelijkheid. Dus: Positieve betekenissen en je positieve bijgedachten bij de woorden van de cliënt uiten (= positief connoteren of herkaderen). Hoe simpeler een positieve connotatie, hoe werkzamer. Het wijzigen van perspectieven is het wijzigen van betekenissen.
Doelen helpen stellen
De cliënt wordt gestimuleerd om na te denken over een toekomst waarin het probleem zich niet meer op dezelfde wijze voordoet als vandaag. Vervolgens wordt de cliënt geholpen om de eerste kleine stappen die naar de gewenste situatie zullen leiden zo helder mogelijk te definiëren. Van klacht naar wens naar doel. Van 'probleem-praten' naar oplossingsgericht praten. Je start hiermee op het moment in het gesprek waar de cliënt genoeg tijd heeft gehad om de problemen te beschrijven en zich zo begrepen te voelen. Oplossingsgericht praten kunnen we uitlokken door vragen als: "Wat zou je daaraan willen veranderen?" "Wat wil je bereiken?" "Hoe zou je weten dat dit bereikt is?" "Wat is dan anders?" "Wanneer is het probleem voldoende veranderd om ermee te kunnen leven?" "Waaraan zou je merken dat jij of de situatie in de juiste richting verandert?" "Wat zou jouw partner, kind, vriend aan je opmerken waaruit blijkt dat het verbetert?" "Wat is het eerste kleine stapje dat je denkt dat mogelijk en nuttig is in de richting van het doel?" Door antwoord te geven op dergelijke vragen wordt de cliënt de ontwerper van zijn eigen oplossingen en van daaruit schrijft hij het scenario van zijn eigen toekomst. N.B. Om instemming van de cliënt te krijgen om met hem te werken is het handig nuttigheidsvragen te stellen.
Uitzonderingen opsporen
Zijn er uitzonderingen, momenten waarop de klacht er niet is of minder erg? Het gaat om momenten waarop een probleem had kunnen optreden maar het niet gebeurde. De hulpverlener en de cliënt kunnen dan samen kijken naar wie deed wat, wanneer, waar en hoe. De cliënt demonstreert van nature in staat te zijn alternatief gedrag te gebruiken bij zijn probleem. Focus je blik op deze uitzonderingen. Luister er aandachtig naar, zelfs als de cliënt het belang ervan minimaliseert. Deze kleine successen uitvergroten. Het zijn de oplossingen in het verleden. Vraag hoe
uitzonderingen verschillen van (of beter zijn dan) problematische momenten. Parafraseer en bevestig de krachten en successen van de cliënt die een rol spelen bij uitzonderingen.
Bronnen aanboren
Met de cliënt onderzoeken hoe bronnen benut zouden kunnen worden om een klein stapje te nemen in de richting van een gewenste verandering. Uitzonderingen teruggeven als bronnen (in en buiten de cliënt) door er vragen over te stellen. Kleine details laten verwoorden, dan komen verschillen in beeld! Vind uit wie wat doet om de uitzonderingen te laten gebeuren.
N.B. Bronnen zijn alle mogelijke hulpmiddelen die een cliënt kan gebruiken om tot oplossingen te komen. Bronnen (als gebruiksaanwijzingen van de eigen hulpmiddelen) zijn te vinden in: Uitzonderingen op probleemgedrag; Oplossingen en eigenschappen die in andere contexten dan de symptoom-context reeds aangewend worden; Eigen (werk)situatie; Mogelijkheden om symptoomgedrag te veranderen door veranderingen in tijd en ruimte; Mogelijkheden om alternatief gedrag, alternatief aan het probleemgedrag, te produceren. Deeloplossingen die aanwezig
zijn in het symptoomgedrag zelf; Familie, buren, kerk, vrienden etc. etc.
Schaalvragen stellen
Je brengt differentiatie aan; verschillen geven veranderingen aan! De huidige situatie plus de situatie erna laten scoren en verwoorden. Doelen bij schaalvragen: Toegang krijgen tot de percepties van de cliënt over bijna alles; complimenten kunnen geven; uitzonderingen, bronnen en doelen ontdekken; emoties kalmeren; het onderwerp veranderen. Schaalvragen betreffende: Resultaten; draagkracht (hoe houdt je het vol); motivatie; hoop op verandering; vertrouwen; geloof in mogelijkheden etc.
Toekomstprojecties laten maken
We laten de cliënt zijn gewenste toekomst visualiseren, De toekomstprojectie dient op basis van de realiteit van de klant te gebeuren. Als er geen uitzonderingen zijn kun je hypothetische oplossingen construeren door bijv. een 'stel dat' vraag te stellen of de wondervraag te stellen en op zoek te gaan naar de verschillen tussen het wonder en de klacht. De wondervraag is één van de vele vormen van toekomstprojecties.